Ongelijkheden met een product van eerste-en tweedegraadsfactoren in het linkerlid
Indien er in het linkerlid een product staat en in het rechterlid 0, maken we een tekentabel van de verschillende functies (uit het linkerlid) afzonderlijk, om nadien het product te maken
voorbeeld: (x–2) (x² – x – 6) ≤ 0
*De oplossing van ‘x – 2 = 0’ is gelijk aan 2. Met de wortelformule of de som-en productmethode vinden we dat –2 en 3 de oplossingen zijn van de vergelijking x² – x – 6 = 0
*We plaatsen de oplossingen in de tekentabel, van klein naar groot